De Standaard meldt dat minstens 3000 inburgeraars op een wachtlijst voor een Nederlandse taalcursus staan, terwijl voor steeds meer zaken (sociale woning, werk, ...) ge-eist wordt dat men Nederlands kan.
Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) erkent dat ‘meer dan 3000 anderstaligen op de wachtlijsten staan'. ‘Allochtonen die zich willen inschrijven voor een cursus, krijgen zelfs al te horen dat ze binnen een half jaar nog maar eens moeten terugkomen', zegt Ali Salmi, onafhankelijk schepen voor Diversiteit in Mechelen. ‘Een regelrechte ramp, want die mensen willen vooruit raken. Alleen wordt hen dat onmogelijk gemaakt.'
‘De Vlaamse overheid moet weten wat ze wil. Als je het krijgen van een sociale woning of een leefloon koppelt aan de verplichting om Nederlands te spreken, moet je de mensen de kans geven om de taal te leren.'
Voor Smet komt de problematiek niet uit de lucht gevallen. Op de laatste ministerraad, vrijdag, zorgden de wachtlijsten al voor verhitte discussies. Zo wordt de indruk groter dat het taal- en inburgeringsbeleid dé achilleshiel van het Vlaams integratiebeleid aan het worden is. Een structureel probleem, luidt het bij verschillende regeringsleden.
Smet ontkent. ‘Meer dan een tijdelijk probleem is het niet', zegt Smet, die de schuld steekt op de regularisatiegolf eind vorig jaar. ‘Doordat de kennis van het Nederlands één van de voorwaarden was, is er een tijdelijk piek van inschrijvingen geweest.' Op extra middelen voor taallessen moet er niet gerekend worden, benadrukt hij. Ten laatste in september hoopt Smet de wachtlijsten weggewerkt te hebben.